Zondag 7 november 2010
...en als Vlaming zal ik sterven
Ten jare
negentienhonderdéénenvijftiig op den
éénentwintigste augustus zag ik het levenslicht. Zonder
enig besef dat ik op deze aardbol nog een bewogen leven tegemoet ging
zal ik wel rustig in moeders armen gelegen hebben. Ik herinner me nog enkele flitsen van mijn kleutertijd. Ja, op de
kleuterschool in de langestraat, dat weet ik nog zeer goed. Met een
doorschijnend regenjasje stond ik te wenen op de speelplaats omdat ik
dat maar niets vond dat lelijke ding die ik droeg.
Er was natuurlijk veel meer dan het akkefietje met het regenjasje. Het
speelse waarmee de kindjes door het leven wandelden staat in schril
contrast met hetgeen de kinderen van nu moeten meemaken. Ze hebben geen
tijd om kind te worden en te blijven zolang het nodig zou zijn.
Maar swoit, iedere generatie heeft zo zijn charmes of miseries. het is
maar hoe je het bekijkt. Ik mag, denk ik, zeggen dat ik de mooiste
jaren van alle eeuwen heb
meegemaakt. Het Vlaanderen zoals wij Vlaanderen kenden zullen we nooit
meer zien.
Ongerepte natuur, lekkere boerenkost op tafel, nauwelijks verkeer. Als
kleine kinderen konden we op de straat spelen dat het lieve lust was.
Iedereen kende iedereen en na een lange werkdag stonden de mensen
dikwijls een praatje te maken aan de deur. Het was niet altijd
rozengeur en maneschijn, ook dan werden wel eens woorden gewisseld en
ging men eens de vuist. Doch toen werden er geen jongeren vermoord
omwille van wat speelgoed.
Pas later toen de televisie zijn intreden deed begonnen de kinderen
meer en meer thuis voor het scherm te kruipen. De straten liepen leeg en
de individualiteit deed zijn intrede. De televisie hield ons toch niet
huis, we hadden er geen. De straat was onze thuis en ravotten in de
vele bosjes en velden behoorde eveneens tot het dagelijks menu. Tussen
de schooluren moest het gebeuren, want de scholen waren veel strenger
dan wat nu het geval is. De opvoeding van kinderen was streng, maar het
heeft ons geen windeieren gelegd. Met de niet autoritaire opvoedingen
enkele jaren later is de miserie van nu een feit geworden. Er was werk in
overvloed en wie niet te lui was om te werken kon een flinke stuiver
verdienen. In tegenstellingen tot de oorlogsjaren waren deze jaren de
beste van de eeuw.
Later heb ik de langzame evolutie gezien en meegemaakt van de
verloedering van Vlaanderen. Onder het motto van welvaart moest het
milieu het zwaar ontgelden en de industrie had destijds heel wat boter
op hoofd. Gelukkig is daar een einde aan gesteld, allez, probeert men
daar een einde aan te stellen, want multinationals hebben het niet zo
begrepen op het "groene" beleid. Dat is een pluim voor de groenen, maar
deze positieve noot weegt niet op tegen hun multiculturele drang die de
Vlamingen al zeer veel geld heeft gekost.
Stilaan begon deze welvaart zijn tol te eisen, maar het had ook zijn
goede kanten. Qua hygiëne en gezondheidszorg ging het stukken
beter. Ook het dagelijkse leven had meer perspectieven. Het was
genieten van het overvloedige, zelfs een beetje teveel. Het kon niet
op, helaas.
De regeringen van toen hadden het niet door dat er nog leven was na de
dood. Wij waren mede verantwoordelijk, in hoeverre we iets te zeggen
hadden, en profiteerden verder van de overvloed. Het leven was een stuk
goedkoper tegenover wat men ons nu voorschotelt. Een lapje grond, een
huisje, energie, het vervoer, en ga zo maar een eind door. Wie
werkte had geen klagen, men kon zich heel veel permitteren. Wat zien we
nu? Zelfstandigen gaan onderuit, de armoede slaat ongenadig toe, de
kloof tussen arm en rijk wordt verder uitgediept. De instroom van
vreemdelingen is onmetelijk groot geworden. Vlaanderen is daar de dupe
van. Wallonië blijft er voorlopig van gespaard, omdat er daar niets te rapen
valt en een Waal veel minder toleranter is dan de doorsnee Vlaming.
Deze tolerantie is de oorzaak van de verloedering van Vlaanderen. Het
woord 'tolerantie' kan je gemakkelijk vervangen door 'gemakzucht'. Een
gemakzucht die vast geroest zit in de Vlamingen van nu, vooral in de
gewetenloze Vlaamse politici.
Als ik terugblik naar de jaren van mijn jeugd moet ik vaststellen dat
er teveel veranderd is om nog te spreken van een mooi
Vlaanderen. Vlaanderen is nu de smeltkroes van de hele wereld, we
zitten opgezadeld met verschillende rassen. Gelukzoekers en anderen.
Helaas, ik kan alleen maar vaststellen dat er weinigen Vlaanderen
als gastland herkennen.
Soms denk ik eraan om dit vervallen stuk aardbol te verlaten en ergens
elders mijn leven verder te zetten, maar als Vlaming ben ik geboren en
als Vlaming wil ik sterven en dat wil ik in Vlaanderen doen.