Ik maak me ongerust. Rondom mij worden jonge
moslims steeds radicaler. De overheid is naïef. Ze denkt dat ze weet wat er
gaande is, maar ze vergist zich. Het loopt uit de hand. Doé iets voor het
ontploft, alstublieft. Ik ben moslim, ik geloof in de schoonheid van de koran.
Daarin verschillen we, maar net als jullie wil ik een veilige toekomst voor mijn
kinderen. Mouna, mijn dochtertje, is drie maanden. Haar naam is Arabisch voor
wens. De mijne is dat Mouna mag opgroeien in een land waar geen haat wordt
gepredikt en geen terreur heerst. Ik rijd met een bus van De Lijn. Elke dag
breng ik jullie kinderen naar school. Ik voel het aan de blikken, zeker sinds
de aanslagen in Londen. Een Marokkaan achter het stuur, zou het..."
Hicham El Mzairh (29) bestelt koffie op een Antwerps
terras. Drie uur later wordt zijn kopje onaangeroerd afgeruimd. Al die tijd
heeft hij gepraat, in vlekkeloos en accentloos Nederlands, merkwaardig goed
voor een Marokkaan die niet eens zeven jaar in België verblijft. Hij wilde een
boodschap kwijt, had hij vooraf gezegd.«Het is delicaat, ik wil niet fout
begrepen worden. Ik ben gelovig en ik wil dat geloof zoveel mogelijk
verspreiden, net als moslimextremisten, maar ik veroordeel haat en geweld.
België moet daar veel meer oog en oor voor hebben en er veel harder tegen
optreden. Radicale moslims maken misbruik van de goedgelovigheid van de
Belgische overheid. Ik durf dat zeggen, als Marokkaan. Ik moét dat zeggen,
omdat we op dezelfde boot zitten, autochtonen en allochtonen. We zullen samen
varen of samen zinken.»
«Ik woonde in een voorstad van Agadir. Ik leerde een
meisje kennen dat er elk jaar op vakantie kwam, een Belgisch meisje van
Marokkaanse origine. Na drie jaar ben ik naar België gekomen om met haar te
trouwen. Dat wilden we allebei, maar haar moeder eiste plots een grote som
geld, als garantie dat ik bij haar dochter zou blijven. Dat kon en wilde ik
niet betalen. Veel Marokkanen zijn tot veel bereid om een Belgische
identiteitskaart te bemachtigen. Schijnhuwelijken zijn hier talrijk, maar bij
mij was daar geen sprake van. Toch heeft die moeder haar proces tegen mij
gewonnen. Ik had geen visum meer, ik dreigde uitgewezen te worden als illegaal.
Toen heb ik de regularisatie aangevraagd. Ik had snel werk gevonden in de bouw
en ik leerde vlot Nederlands, zeker toen ik een relatie begon met een Belgisch
meisje uit Roeselare. Intussen zijn we vijf jaar samen en is ze de moeder van
ons kind.» «De regularisatiecommissie schrok toen ze mijn pleidooi hoorde.
‘Meneer, dit hebben we nog nooit meegemaakt’, zeiden ze, ‘een Marokkaan die
zelf zijn zaak bepleit, zonder advocaat en in perfect Nederlands.’ Hun advies
was positief. Mijn pasje wordt jaarlijks verlengd, maar de Belgische
nationaliteit heb ik nog altijd niet. Als een Belg van Marokkaanse afkomst zijn
huwelijkspartner laat overkomen uit Marokko, krijgt die partner al na zes
maanden zijn of haar Belgisch paspoort. Zomaar, zonder bewijs van integratie,
zonder werk, zonder Nederlands te kennen. Ik ben intussen al drie jaar
buschauffeur van De Lijn. Blijkbaar heeft de Belgische overheid genoeg
vertrouwen in mij om met haar kinderen toe te vertrouwen, maar te weinig om me
een vel papier te geven waarop staat dat ik voortaan Belg ben. Is dat normaal?»
«Schijnhuwelijken zijn een groot probleem, maar nog
meer mensen komen het land in door misbruik te maken van het recht op
gezinshereniging. Ik begrijp niet dat de overheid niet veel strenger
controleert wie op die manier naar hier komt. Worden die mensen gescreend voor
ze afreizen? Of krijg je je pasje als je maar genoeg geld uitlegt? Bij ons in
Marokko, dat weet iedereen, zijn de meeste Europese consulaten en ambassades
corrupt. Dat is een zware beschuldiging, ja, maar ik weet waarover ik spreek.»
«Wandel hier eens door de Handelsstraat. Neem een kijkje in snackbars, in
nachtwinkels, zelfs in toprestaurants. Massa’s illegalen lopen hier rond.
Gezinshereniging is de vlotste manier om legaal naar hier te komen. Ik ken een
man uit Bangladesh die hier een nightshop heeft. Zijn drie minderjarige
dochters leven hier al langer, maar intussen wonen ook zijn drie minderjarige
zonen hier. ’t Is te zeggen: twee neven van hem en één man die niet eens
familie is. Ze zijn klein, zoals wel meer Aziaten, en ze zien er niet zo oud
uit, maar ik weet zeker dat ze 24, 25 jaar zijn en geen 16 of 17, de leeftijd
waarmee ze hier ongestoord zijn binnengekomen. Overdag zitten ze op de
schoolbanken tussen tieners en ’s nachts werken ze in de nachtwinkel voor 5
euro. Per nacht, niet per uur. Onlangs kreeg ik de vraag hen te vergezellen
naar het Antwerps stadhuis: hun Belgische identiteitskaarten lagen klaar, ‘maar
ze spreken geen Nederlands, Hicham, en jij wel, kan je even met hen meegaan?.’
Dat deed pijn. Ik ben perfect geïntegreerd, ik betaal belastingen en ik ben
getrouwd met een Belgisch meisje, maar ik ben blijkbaar minder Belg dan drie
gelukszoekers uit Bangladesh.»
«Als ik het achter het stuur van een volle bus zit,
denk ik wel eens: zou de Belgische overheid in elke moslim evenveel blind
vertrouwen hebben als in mij? Ik draag geen lange baard en geen djellaba
(lang kleed, red.), maar ook de Londense terroristen vielen niet op. Ik
lees in uw krant dat Patrick Dewael pleit voor Europese uitwisseling van
bijvoorbeeld vingerafdrukken. Wel, meneer de minister, de mijne heeft u niet in
uw bezit. Het is me nooit gevraagd. Niemand heeft zich verdiept in mijn
verleden in Marokko en bij het OCMW, de belangrijkste controlepost voor
inwijkelingen, ben ik nooit langs geweest. Wat als ik een mens met slechte
bedoelingen zou zijn?»
De koran is een mooi maar gevaarlijk boek. Hoe het
geïnterpreteerd wordt, hangt af van de imam in de moskee. Veel imams preken
geen haat en proberen radicale jongeren op het vreedzame pad te krijgen. Maar
zij vinden niet altijd gehoor. Op het Kiel is er een oude moskee, gecontroleerd
door gematigde moslims van de eerste generatie. Een imam die veel jonger en
radicaler is, heeft om de hoek, tweehonderd meter verder, een moskee ingericht
waar andere taal wordt gesproken. Sorry, maar de minister komt te laat met zijn
voornemen om radicale imams beter in het oog te houden. De meest extremistische
taal hoor je al lang niet meer in de moskee, maar thuis, in vzw’tjes of in
achterkamers waar op de frustraties van jonge moslims wordt ingepraat en waar
ze worden gehersenspoeld door een eenzijdige interpretatie van de koran. Daarin
infiltreren, lukt niet.» «Er zijn bewegingen die je als overheid wél kan
volgen, maar het gebeurt niet, vrees ik. Is het normaal dat vanuit Antwerpen
groepjes moslims tussen 18 en 25 jaar op reis gaan naar Syrië of Jordanië? Doen
ze dat om daar historische monumenten te bezoeken, denk je? Waarom worden die
mensen niet gevolgd? «Niet elke Pakistani die met zijn OCMW-loontje vanuit
Antwerpen naar Pakistan reist, is een terrorist. Het merendeel heeft in het
zwart bijgeklust in nachtwinkels of carwashes en gaat gewoon op familiebezoek —
dat waren dus geen politieke vluchtelingen. Maar je hebt er wellicht ook die
financieel hun steentje bijdragen aan de ‘jihad’. België wéét gewoon niet wat
die mensen daar doen. Wie zegt dat ze daar geen ‘madrassa’s’ bezoeken, strenge
koranscholen waarin vaak lesgegeven wordt door extremisten?»
«Sinds ik hier woon, heb ik ongeveer 20 moskeeën
bezocht, in Antwerpen, Brussel en Limburg, bij mijn familie in Houthalen-Meulenberg,
de probleemwijk. Voor ‘9/11’ hoorde je openlijk oproepen tot jodenhaat. Na New
York en Madrid hebben de meeste imams hun discours aangepast. Ik heb hier nooit
horen pleiten voor een heilige oorlog, wel voor een boycot van
Nestlé-producten, omdat Nestlé hoofdaandeelhouder is van een Israëlische
voedingsketen. ‘Wie Nestlé koopt, koopt een kogel waarmee in Palestina een
broeder zal worden doodgeschoten’, klonk het.» «Waarom
sluit de Belgische overheid de ogen? Ziet ze niet dat het aantal
jonge moslims met een lange baard snel toeneemt? Het is alsof België op een
stoel zit in een donkere kamer en wéét dat er in diezelfde kamer iemand
gewapend is. Het is wachten op de eerste klap. Van waar zal hij komen? Wat zal
hij raken? Het is vechten tegen lucht.» «Het kan snel gaan. In een mum van tijd
kan een geïntegreerde jongere veranderen in een extremist. Ik ken hier Saïd,
een breakdancer. Hij zag er westers uit, maar plots had hij een lange baard.
Hij is nu een van de kopstukken van de vzw Jongeren voor Islam en reist naar
Saudi-Arabië, Syrië en Londen. Ik zeg niet dat Saïd een potentiële terrorist
is, maar controleer dat tenminste. Mensen als hij zijn gefrustreerd geraakt. Ze
hebben geen werk en in de disco word hun de toegang geweigerd.»
«Minister Dewael heeft vertrouwen in de 30.000 oren en
ogen van zijn politiemensen, zegt hij. Dat is mooi, maar het zijn niet Bartje
en Bieke die ongemerkt zullen gaan luisteren naar het vrijdaggebed in de
moskee. Dat moet gebeuren door Saïd of Mohammed. Pak jonge Marokkanen op die wel
eens een handtasje jatten op, spreek met hen en zorg ervoor dat ze voortaan
zélf een oogje in het zeil houden. Zorg voor voldoende allochtonen bij de
politie. En waarop wachten jullie om mensen van de Marokkaanse
inlichtingendiensten naar hier te halen? Laat dié mensen infiltreren. Zij
begrijpen tenminste wat er wordt gepreekt. Hoeveel mensen bij de Belgische
staatsveiligheid spreken Arabisch? Zeer weinig, en je schiet er niets mee op
van zodra er wordt overgeschakeld naar een van de drie Berber-talen. Zelfs ik
kan niet meer volgen als er plat "Rif-Berber-dialect’ wordt gesproken. Wat
zouden Bart of Bieke dan wijzer worden?»
«Het merendeel van de Marokkanen in België is gekant tegen
moslimextremisme, maar ze hebben schrik dat luidop te zeggen. Belgen en
Marokkanen moeten toegeven dat ze fout bezig zijn in plaats van naïef te zijn
of dingen te vergoelijken. Het heeft geen zin te ontkennen dat er hier iets
broeit. Ik ben Abou Jahjah niet, ik voorspel niet dat hier over 15 jaar een
burgeroorlog zal woeden, maar laten we waakzaam zijn en de frustraties niet
verder doen oplopen. Ik hou mijn hart vast mocht hier volgend jaar in Antwerpen
een partij aan de macht komen die geen respect heeft voor onze religie. Wat
dan?»
(bron: Jan Segers-Het Laatste Nieuws 6/8/05)